Gastenboek van RozemarijnOnline
|
|
Gastenboek literaire website RozemarijnOnline
Vraag en antwoord
home gastenboek
Onderwerp: gedichten Jan Topper
(4 december 2007)
Een hele prettige site, mooi aangekleed met gevoel voor aesthetica en bovendien met een interressante relatie van poezie en mystieke gerichtheid. Waar het uiteindeljk om gaat blijft altijd boeien.
Zoals je ziet gaf het mij inspiratie.
Je sukses toewensend, Jan Topper
een streling van minne
mijn ziel beroerend met
een vleugje hemel
essentials van ons
leven zijn immer ge-
huld in geheimen
je hoeft niet naar het oos-
en te gaan om de zons-
opgang te schouwen
uit het raam viel ik par-
does in gods geheim niet
geremd door mij zelf
in mijn ziel valt meer te
ontsluieren dan op
ontdekkingsreizen
het avontuur van mijn
ziel houdt mij levenslang
geboeid in eerbied
mocht ik verglijden in
die stroom van baring mij
dragend naar nieuw land
dat wat uiteindelijk
zou kunnen zijn vervol-
ledigt ons misschien
zoekend naar heling van
onze verwonding de
weg van de ziel gaan
Jan Topper
(dec. 2007)
Antwoord (4 december 2007)
Dag Jan,
hartelijk dank voor je complimenten over mijn website. Altijd leuk om wat te horen; ik heb al vele, vele vragen binnengekregen over gedichten (de meeste halen het gastenboek niet), maar in al die jaren nog nooit een zelfgeschreven gedicht toegestuurd gekregen. Bijzonder, dank daarvoor.
Ik heb het met veel plezier gelezen en herlezen; zeer mooi. Je liet mij weer even met inhoudelijke ogen naar mijn eigen website kijken (ipv nadenkend over html-tags en vormgevingsproblemen). En een oude gedachte kwam in mij naar boven: de weg naar jezelf is eindeloos. Die gedachte zie ik terug in jouw gedicht.
Dank nogmaals voor je reactie en nog veel inspriratie toegewenst voor vele mooie gedachten en gedichten.
Met vriendelijke groet,
Rozemarijn van Leeuwen.
RozemarijnOnline
Anne Louise schreef: (11 december 2007)
Wat een prachtig gedicht van Jan Topper. Is hij niet gevangenisaalmoezenier in Roermond. Zijn woorden getuigen van een groot invoelingsvermogen in wat datgene wat jouw website biedt teweegbrengt bij mensen. Een eer voor jou en dat heb je verdiend.
Veel liefs van Anne.
Meer gedichten van Jan Topper
5 december 2007
Vorm en inhoud twee ge-
Vleugelden aan elkaar
Gewaagd in de strijd
De een trekt de ander
Over de evenaar
Onafscheidelijk
Beiden garanderen
Schoonheid in de tocht naar
Onverborgenheid
De waarheid verlicht van
Binnenuit onachter-
Haalbaar eigen-wijs
Volg haar verborgen lich-
Ting op de weg jou ge-
geven als eigen
jouw weg onachterhaal-
baar eigen in toegees-
ting van het vreemde
denken, danken, geven
en zijn, de coordi-
naten van wijsheid
schoonheid de tweelingzus-
ter van wijsheid, samen
optrekkend immer
veel inspiratie is je onmiskenbaar gegeven
in de ontsluiting van het ongezeglijke dat
woordeloos spreekt in ons bestaan vol
van gezegelde geheimen
groet, Jan
22 december 2007
Invallend licht
Kom tot mij in taal, noem
Mij bij mij naam, lichten
Zal ik in de tijd
Al mag de tijd verglij-
Den in haar trage stroom,
Ik besta als droom
Zet mij neer in taal, bouw
Mij op met woorden wel
Gevoegd zo duurzaam
In het huis van de taal
Zal ik dromen en wo-
Nen maar niet voor lang
Een wijle licht ik op
Dan versterft mijn licht voor
Zijn geheimenis
Onoverwinnelijk
Licht van voor de tijden
Draag ons in pijnen
Vonken zijn wij van jouw
Lichtend geheim dat ons
Spoort naar voltooiing
Licht van de eeuwige
Voortijdelijk licht, vuur
In de duisternis
Jan Topper
(kerstwens, 22-12-07)
Antwoord (23 december 2007)
Dag Jan,
Dank voor het toegestuurde kerstgedicht! Ik zal niet alleen het licht, maar ook de gedachte van het "dromen en wonen" meenemen in de komende kerstdagen.
Ik wens je een goede kersttijd toe; en een mooie voortzetting van je zoektocht naar het raakpunt tussen poezie en mystiek.
Met vriendelijke groet, Rozemarijn.
24 december 2007
Van licht tot licht
Oneindig jouw gratie
Die mij in bestaan riep
Jouw gedachtenis
Ver voor de tijden riep
Jij mij uit liefde be-
Wogen mij barend
In jouw vloed en eb ge-
Dragen in jouw ene
Grond zonder limiet
Deel hebbend aan jouw bed-
Ding stromend aan jouw hart
Voor de grondvesting
In liefde verwekt voor
Jouw majesteit in jouw
Schoonheid en luister
Jij bracht mij voort uit niet
Zo maar zonder grond voor
De eer van jouw naam
Geheimenis te groot
Voor mijn lege taal zo
Verwaten van niets
Met jouw voortijdig licht
Ongeschapen meege-
Lift naar jouw schepping
Van jouw licht zijn wij ver-
Warmd tot leven in licht
Aan jou niet gewaagd
Licht dat ons leven doet
Ongeweten ons le-
Vens warmte schenkend
Naar jou licht ons verlang-
En aangescherpt in tijd
En ruimte-speling
Jij zult ons nemen in
Jouw licht voorgoed vergaan
In jouw vervulling
Verhaast de tijd van jouw
Gerechtigheid o eeuw-
Ig licht in de tijd
Nog gaan duister en licht
Tezaam in jouw wereld
Nog niet gans doorlicht
Laat gloren jouw licht in
Eeuwige morgenstond
Zonder duisternis
Allen vereend in jou
Stralend van jouw licht in
Vervollediging
Jan Topper
26 december 2007
Genadedagen van
Geschenken uit de he-
Mel, invallend licht
De zon verdween, ik stond
Helder en zonneklaar
Voor zijn aangezicht
In volheid van licht, het
Zijne,niet het mijne,
Duister opgelost
In zijn licht mijn omme-
Loop bijna volbracht, zee
En maan zien mij aan
Volheid van zijn wezen
Ingeschreven in mijn
Ziel dat flupje klein
In mijn leven zijn hand-
Schrift van licht geweven
Van voor de tijden
Invallend licht dat met
Haar klaarte mij nader
Wenkt de weg te gaan
Licht mij rakend en ver-
Wondend het hart zo do-
Delijk ten leven
Zie mij aan, mens ben ik,
Mijn ontvangstvermogen
En bereik te klein
Wat mij invalt, de ruim-
Te in mij te klein om
Het te omspannen
In stukken en brok-
Ken ongeheeld mijn be-
Staan, hoe verder gaan
Jan Topper
3 januari 2008
Teken van leven
Zag ik in een moment
Van ondeelbare tijd
Het teken van ouds
In de lijnen van augu-
Ren gevlochten tegen
Hun zin inbrekend
Aan de horizont blauw
In de morgenstond van
Mijn jeugd nog zo fris
Reeds in de begin tijd
Het wachtwoord ik hoor er
Bij en jij wellicht
Teken van voet of ving-
Er gezet in het oog
springend nauwlettend
ben jij zoals ik een
zoeker naar maaltijd met
brood en vis gedeeld
het teken der vis, ster,
beeld van de lichtende
zoon van mens en god
jezus christus, zoon van
god redder, in dit beeld
verborgen letters
ingang tot geheime-
nissen niet van hier maar
van ver ons voorbij
vijf letters van het al-
fabet een geloofsbe-
lijdenis mini
ingescheept in een no-
tendopje van vijf maal
een in een visje
dit teken mij flitsend
de geest op hol brengend
naar andere kant
daar aan de overzij-
de een lichtende in
cellofaan verpakt
met linten gebonden
tot onmacht door ons wel-
overwogen ja
geen rimram van pijn en
zorgen voor de dag van
vandaag en morgen
ik zie wel wat staat te
gebeuren met mij, ik
geloof in mijzelf
aan de goden niet uit-
geleverd voor leven
welgemoedereerd
geen vis op mijn tafel
het is al bedorven van
vuiligheid en vet
godsdienst alleen al het
woord doet mij walgen van
onderworpenheid
ik red mij wel, eet jij
maar je visje en ga
maar eens op je bek
het teken in een rots
gekrast in een tempel
van antieken tijd
dit teken duidt op strijd
tegen de heersende
macht van grof geweld
dit teken van ergens
nergens, van ietsje niets-
je breekt rotsen stuk
splijtzwam in machten on-
duldbaar gefixeerd van
onder controle
vijf letters van minis-
cuul tegen een imperi-
um van kolossaal
een vliegende vis met
de wind in de zeilen
schuddend de aarde
ik zag die dag het te-
ken van heilige fu-
rie hier bevroren
in heilige cirkel
van windrichting en e-
lementen gevierd
een zuil van vuur daalde
af naar de barende
moeder van leven
in flonkering van vuur
en water blauw een vis
springend naar het licht
Jan Topper
(nieuwjaar 2008)
7 januari 2009
Ruusbroec 13, starend de ogen
beide ogen naar rechts
gericht, leeg van zichzelf,
gevuld met zacht licht
kleine schichten langszij,
invallend licht van gods
kolking in wieling
sereen de ogen, zien
wat wij niet zien, ons oog
gesloten alsnog
zien wat niet kan de glo-
rie van god in een eeuw
van duisternis groot
hij ziet de verborgen
afgrond van gods eenzaam
avontuur geschied
hij staat open naar het
licht dat hem tot aanzien
schouwt uit gods ogen
god werkt in zijn starend
oog, ontvankelijk voor
zijn liefdeswerking
de ziener geeft zich o-
ver aan dit duister licht
afgrondelijk diep
daar wordt gevormd in de
eenheid van god wie wij
in de godsgrond zijn
licht dat ons aanstoot tot
bestaan in gods eigen
openbaring steeds
wie ik al was toen ik
alleen nog maar bestond
in gods beeldentuin
in de godheid lag al
voorgetekend tot wie
hij mij kijken zou
ik staar god blijvend aan,
hij is mijn spijs en drank
die mij leven doet
in hem vind ik mijn ge-
boortegrond, afgrond van
gods duister wezen
zijn licht wekt mij in zijn
beeld tot levensvat-
baarheid in de tijd
hij werkt mij om en om,
geeft mij dan zijn zegen
van vruchtbaarheid groot
mijn starend oog op hem
gericht is mijn navel-
streng ten leven
zijn licht de genade-
streng die mij verbindt met
hem in eenheid groot
duiken in de godheid
in hem verloren, ik word
opnieuw geboren
ik staar met beide o-
gen geopend, wachtend
duisternis lichtend
boven mijn bestaan waart
god en raakt mij aan voor
leven in minne
in hem vergaan, in de
afgrond van zijn wezen
mijn zo klein bestaan
ik drink zijn licht met mijn
ogen dat mij zo lang
al het leven schonk
god schouwen in hem ver-
gaan, hem verstaan in zijn
wezen zonder grond
god mij te boven, mijn
waterader die mij
uittilt boven mij
ik verteer in branding
van pijnlijke vlammen
door hem gekoesterd
boven mijzelf uit tilt
hij mij in de diepte
van zijn wezenheid
geheim niet te verstaan
hoe kan ik nog verder
gaan zo geblokkeerd
verteerd door de godheid
doorheen mijn openge-
sperde ogen toch
ik ben te klein voor wat
nog niet kan zijn, minne
geef mij verwijding
van geest tot geest gegeest
in het feest van de min-
ne die mij steeds werkt
ik ga ten onder in
deze oceaan van
water en vonken
te na aan mij, wat ik
niet bevatten kan, ik
staar, beide ogen
en wat ik zie, afgron-
delijk de diepten,van
gods welbehagen
o wis mij uit tot een
stofwolk die mij verhult
jouw geheimenis
ik ben niet toegelegd
naar jouw naam, dat de we-
reld versluierd draagt
ik immer te bene-
pen, en kleinzielig, van
begrip verstoken
als ik jouw afgrond en
kolking zie, mijn adem
stokt weer in de keel
vrijvallen van mijzelf
in jou, ik kan het niet
op eigen houtje
als jouw hand mij leidt dan
durf ik het te wagen
verglijden in jou
Jan Topper
(januari 2009)
Meer gedichten van Jan Topper (2014)
|
Versanalyse en interpretatie
Home Gastenboek Gastenboek 2007
|
|